De consument wil over het algemeen een mooie gave appel, zonder plekjes of smetjes, dit is ons streven ook eerlijk gezegd.
Bij het ene ras b.v. Elstar lukt dat beter dan bij b.v. Cox, maar gebruik je bijvoorbeeld plant versterkers of (bio) bestrijdingsmiddelen dan ligt het nog weer anders.
Sommige rassen bijvoorbeeld Cox of Golden Delicious kunnen erg schurft gevoelig zijn. Vroeger dacht men: ‘wil je mooi gaaf fruit telen dan zul je toch moeten spuiten’ en bij veel appelrassen ontkom je daar niet aan. Maar een klein plekje of smetje is voor de smaak absoluut geen probleem, wat dat betreft zijn we als consument een beetje verwend, de appels en peren van opa’s boomgaard waren ook niet super volmaakt.
Zelf heb ik jaren rozen gekweekt in de volle grond en daar bijna nooit hoeven ingrijpen met allerlei preparaten en dergelijke, al waren er wel soorten bij die gevoelig waren voor bepaalde ziekten, zoals Sterroetdauw. Door de zwakke soorten er uit te selecteren krijg je vanzelf een gezond assortiment, bij fruitbomen is dat ook zo , al hou je meestal gevoeligheid voor schurft, meeldauw en luis bij de meeste soorten.
Bij fruitbomen zijn er een aantal belangrijke punten van aandacht:
De standplaats, de resistentie en de opkweek
STANDPLAATS
Zelf had ik ooit een gedeelte fruitboompjes in pot, ergens tijdelijk op een verharding neergezet en verzorgde ze daar verder. Een ander gedeelte in kisten even op een braakliggend stukje grond neergezet en alleen water gegeven. tot mijn verbazing deden de boompjes op het braakliggende stukje grond het veel beter, zeker toen er veel vegetatie in de vorm van wilde beplanting kwam opzetten. Door de diversiteit in omgevingsplanten gedijden de boompjes ook beter.
Tegenwoordig zetten wij onze fruitbomen in pot gezamenlijk op met af en toe een rijtje vaste planten. Zo is in uw tuin standplaats van de fruitboom essentieel, heeft u een boomgaard(je) met een super strakke grasmat die u bijvoorbeeld 2 wekelijks maait, maak dan een gedeelte rond uw bomen (boomspiegel) gras vrij en plant hier bijvoorbeeld vaste planten onder zoals zonnehoed, of zaai er een bijenmengsel onder. Zet uw bomen ook niet in een bloedheet gedeelte van uw tuin, u kunt bijvoorbeeld ook voor ochtendzon kiezen. Belangrijk is dat uw bomen kunnen droog waaien , maar te veel wind is in bepaalde gevallen ook niet wenselijk en kan o.a. luis in de hand werken.
RESISTENTIE
In de rozenkwekerij hadden we soms soorten die het in eerste instantie goed deden, maar na verloop van tijd toch gevoeliger werden voor sterroetdauw. Dan moest je hard zijn en dit ras uit je assortiment halen ook al vroeg de consument er wel om, omdat dit een vertrouwd soort voor hem/haar was. Bij fruitbomen is dat ook een beetje zo en moet je kiezen wat wenselijk is, dit is van belang voor een goede start.
OPKWEEK
Bomen die op kleigrond zijn opgekweekt en ook nog eens ‘opgejaagd’ zijn met veel kunstmest zullen het op armere zandgrond de eerste jaren druk hebben met ‘aanslaan’, dezelfde boom zou op deze grond opgekweekt 2x zo klein zijn namelijk en o.a. een heel ander wortelgestel hebben. Door bomen rustig in hun eigen tempo op te kweken en ze niet op te jagen met veel stikstof, maar met een organische mengmest waarin ook sporenelementen zitten, kunnen ze op de nieuwe plek zich sneller settelen. Keuze van de onderstam is wel van wezenlijk belang zo zal een zandgrond boom het beste groeien op bijvoorbeeld MM106 of M26. Op kleigrond beter op M9 0f M27.